
Fin Greenal, beter bekend onder zijn artiestennaam Fink, kreeg het in een uitverkocht Ekko weer voor elkaar: er werd gelachen en vooral gelúisterd. Na jaren van succes als voormalig producer, verruilde hij zijn plek achter de schermen voor een plek op het podium als singer-songwriter.
Sfeer
Sinds zijn switch maakt hij, geflankeerd door een drummer en een bassist, als singer-songwriter indringende, akoestische luisterliedjes. De nummers blijven tijdens optredens overeind omdat Fink c.s. de sfeer ervan weten te vertalen op het podium. November vorig jaar trad hij op in volgens hem ‘a rainy freezing kinda wooden tent’ die tot de nok vol zat op het Crossing Border Festival in Den Haag. Veelzeggend is de tekst op zijn website: ‘It's really weird how sometimes the gigs that you think are gonna suck the most, turn out to be really good’. En dat is een understatement. De mannen lurkten aan hun bier, hadden zichtbaar plezier en trokken aan hun sigaretten terwijl ze hun nummers vertolkten. Een zeldzaam intiem optreden dankzij de ontspannenheid van de muzikanten.
Losjes
Na het Crossing Border Festival nu dus terug in Nederland in kleine, maar uitverkochte zalen. Klaarblijkelijk hebben ze het naar hun zin hier. Misschien iets te zeer. Fink en bassist Guy betreden haast nonchalant - mét bierblik in de hand - onder gejuich het podium waarna Fink zich verexcuseert voor hun late opkomst en voor drummer Arthur die spoorloos is en nog ergens in de stad schijnt rond te hangen (...). Ondanks dat de drummer twee nummers heeft gemist, klinkt wederom luid gejuich als hij arriveert. Direct wordt het nummer Sorry I’m Late van hun vorige album Biscuits for Breakfast ingezet, een blijk van de flinke dosis humor waarover het trio beschikt. Ook het slotnummer The Model, een cover van Kraftwerk wordt onbedoeld hilarisch: een smoezelig A4’tje ligt naast Finks’ kruk en halverwege stopt hij om het erbij te pakken, want hij is de tekst kwijt. Pijnlijk? Allerminst. Lachend terwijl hij zijn schouders optrekt: ‘It’s not my own song. Yeah, I know it’s a terrible excuse.’
Vakmanschap
Hun muzikale vakmanschap blijkt uit hun improvisatievermogen. Hun cover van het oorspronkelijke All Cried Out van Alison Moyet klinkt ook vóórdat drummer Arthur is gearriveerd, als een funky nummer. Fink beklopt zijn gitaar met een ongeremde souplesse en slagkracht alsof het een percussie instrument is. Zodanig dat het bijna pijn doet aan je eigen vingers terwijl je er naar kijkt. Het donkere, opzwepende Blueberry Pancakes wordt ingezet en het diepe, licht nasale stemgeluid van Fink komt tijdens het zingen ervan goed tot zijn recht. Moeiteloos schakelt hij over naar het verstilde, maar ruimtevullende If Only, waarbij drummer Arthur en bassist Guy het podium - mét bierblik in de hand - verlaten om Fink op zijn kruk te laten gloriëren: alleen met zijn gitaar. Muisstil was het in een bomvol Ekko. We hadden een plectrum kunnen horen vallen. Het trio speelt alsof het voor vrienden speelt: losjes en intiem. Deze avond was Ekko zowel huiskamer als kroeg.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten