Toen ik een paar jaar geleden verhuisde van Den Haag naar Utrecht moest ik erg wennen.
Alleen al vanwege de stadskern zonder trams, metro’s of bussen lijkt Utrecht meer op een dorp dan een stad en ik had het idee dat hier weinig te beleven viel. En op zondag is het, op één koopzondag in de maand na, nog echt zondag.
Ik ben daar van teruggekomen.
Afgelopen weekend liep ik met mijn moeder in de binnenstad. Vanwege het Summer Darkness festival liepen veel goths in de stad. Mijn moeder blijkt met de tijd mee te gaan want ik hoefde de term ‘goth’ niet uit te leggen.
‘Dat zijn toch van die mensen met nog zwarter haar dan het onze, zware make up en middeleeuwse klederdracht?’
Juist, mam.
Het was een lust voor ons oog.
Totdat er twee meisjes passeerden.
Het ene meisje droeg een gestreepte satijnen büste waar haar borsten prachtig in uit kwamen, een geraffineerd – uiteraard – zwart kanten rokje, dito panty en laarzen met dermate hoge hakken waarop ik na één stap al faliekant op mijn bek zou gaan.
Maar zij kon er op lopen, en nog elegant ook.
Het andere meisje was volslank, droeg een te strak zwart bloesje met notabene rouches waardoor haar armen niet mollig maar dik leken met daaronder een onderbroek.
Een zwarte.
En een korte.
Wat volgde was een bijna transparante, lillende substantie vol kraters en haar zwarte kisten leken op twee vulkanen die deze klotsende vleesklompen uitspuwden.
Mijn moeder en ik keken elkaar aan.
En zeiden niets.
We liepen richting boekhandel Broese.
Een dakloze neger met nog maar één straatnieuwskrant in zijn hand sprak mij aan.
Van negers ben ik doorgaans een donker stemgeluid gewend, maar met een stem van een castraat en ook nog op smekende toon, vroeg hij me of ik geld wilde geven want hij stond hier al de hele dag.
Helaas had hij de verkeerde voor zich, want voor smeken ben ik ongevoelig.
Daarnaast heb ik een vaste dakloze waarvan ik wekelijks de straatkrant koop die ik vervolgens weer weggeef (wat moet ik tenslotte met 4 dezelfde kranten).
Mijn moeder daarentegen heeft haar hele leven al een zwak gehad voor daklozen, zwervers, bedelaars en klaplopers.
Een groot zwak, want ze geeft standaard 4 euro.
Dus vandaag had hij geluk.
Hij nam de 4 euro in ontvangst en lachte zijn drie tanden bloot.
Een paar stappen verder stopte mijn moeder abrupt met lopen, keek me vragend aan en zei: ‘Maar hij heeft me helemaal geen krantje gegeven!’
Ik liep terug, zag de klaplopende neger weer vrolijk zwaaien met zijn enige exemplaar, griste het uit zijn hand en gaf het aan mijn moeder.
Gisteren had ik een eetafspraak met mijn zusje.
Ik fietste naar de stad waar inmiddels de UIT-feesten volop aan de gang zijn.
Dat betekent laveren tussen heel veel studenten en nog veel meer lege bierbekers.
Eén student dacht lollig te zijn door voor mijn fiets te springen in de veronderstelling dat ik zou stoppen. Maar ook hij had hier de verkeerde voor zich.
Met de blik van een waanzinnige grijnsde ik sardonisch, opende mijn mond, bijna net zo wijd als zijn gespreide benen en ik produceerde een grunt geluid waar Sylvain Houde jaloers op zou zijn geweest.
De verbijsterde student sprong net op tijd opzij en terwijl ik alweer gericht was op het ontwijken van de bierbekers hoorde ik hem de meest vunzige verwensingen naroepen.
Drie minuten later werd ik in een nauwe steeg noodgedwongen te stoppen omdat pontificaal in het midden een dronken, murmelende dakloze stond te pissen.
In mijn richting.
Ik keek naar links, waar in de etalage van een feestwinkel een clownsmasker mij aangrijnsde.
Ik keek naar rechts, waar in de etalage van een kledingwinkel de kop van een paspop mij aangrijnsde wiens lijf omgekeerd zat.
Gummbah was er niks bij.
Na het etentje haalde ik het slot van mijn fiets.
’Kun je me alsjeblieft helpen?’, klonk het achter mij.
Een beschonken yup die net een copieuze maaltijd achter zijn kiezen had in de brasserie van hotel Karel V vroeg of ik hem de weg naar het station kon wijzen.
En ik ben de kwaadste niet.
Met zijn tas op mijn bagagedrager (hij liet hem steeds vallen), liepen we richting station.
Een geanimeerd gesprek volgde.
Over zijn opdrachtgever (een energieleverancier) die voor 80% uit interimmers bestaat en elke interim manager uitluidt met een exquise diner.
Nu snap ik waarom die energieprijzen zo zijn gestegen.
Op weg naar huis was het, op een vanaf de vierde verdieping uit het raam kotsende student na, rustig.
Kortom: in Utrecht valt met wat studenten, daklozen en een enkele yup, best wat te beleven.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten